uitbreiding islam
Door handelscontacten met andere volken, zoals de joden, de Byzantijnse en Abessijnse christenen en de Perzische zoroastristen, hadden de Arabieren reeds kennis van verschillende monotheïstische godsdiensten. Zelf waren de Arabieren in Mekka henotheïstisch, dat wil zeggen dat ze meerdere goden aanbaden, waarvan er wel een als 'oppergod' werd beschouwd.
Hoewel het geboortejaar van Mohammed niet met zekerheid kan worden vastgesteld, gaat men ervan uit dat hij geboren is rond 571 Volgens de islamitische traditie, op veertigjarige leeftijd in het jaar 611, verklaart Mohammed openbaringen van God via de engel Gabriel te hebben ontvangen. Na eerst beangstigd te zijn, Mohammed vreesde aanvankelijk zelfs dat hij bezeten was door een boze geest, verkondigde hij daarna de boodschap van het monotheïsme. In de 23 jaar die volgde, openbaarde God volgens de islamitische opvattingen de boodschappen die hij gefaseerd (al-tandjim) zou hebben ontvangen en die later zijn opgetekend in de Koran, dat afgeleid is van het werkwoord qara'a reciteren. Omstreeks 613 begon Mohammed in het openbaar te preken, waarbij de eerste bekeerlingen waren volgens de Overleveringen zijn vrouw Khadija, de vrijgelaten slaaf Zaid ibn Haritha, het kind Ali en de in aanzien staande Aboe
Al gauw kwam er sterke weerstand tegen Mohammeds boodschap. De 'overgave aan de ene God' was niet alleen een nieuw begrip voor de trotse Arabieren, de inwoners van Mekka vreesden vooral dat hij hun bron van inkomsten, de cultische verering van zo'n 360 goden in de Kaäba, zou ondermijnen. Bovendien vreesden de toenmalige plaatselijke machthebbers voor hun eigen godsdiensten, hun gezag over Mekka en voor de pelgrimsindustrie. Er werd zoveel gedreigd, gehinderd, vervolgd en gemarteld, dat Mohammed in 615 sommige volgelingen adviseerde naar het christelijke Abessinië te vluchten. In 619 overleed zijn eerste vrouw Khadidja en daarna zijn geliefde oom Aboe Talib. Hierdoor werd Mohammed niet meer beschermd en kreeg hij opdracht van God uit Mekka weg te gaan. Yathrib het latere Medina, ongeveer 350 km ten noorden van Mekka, wilde hem graag ontvangen. De hoofdmannen van het dorp vertelden hem over de ongelijkheid in Yathrib. Ze beweerden dat wanneer de Islam het gezamenlijke geloof werd, het beter zou gaan met Yathrib. De afvaardiging van de gezanten naar Yathrib noemt men de Hadj. Mohammed maakte in 622 met Aboe Bakr de lange reis, die bekendstaat als het jaar van de verhuizing, de Hidjra. De stad Yathrib werd vanaf toen Medinat al-Nabi genoemd, de 'stad van de profeet'. Deze voor moslims belangrijke gebeurtenis markeert het begin van de islamitische jaartelling. Dit is voor moslims een belangrijke gebeurtenis, omdat er sinds dat moment vrij kon worden geleefd, zonder bang te zijn vervolgd te worden vanwege hun geloof.
Maak jouw eigen website met JouwWeb